Back to the Future vierde onlangs zijn 30e verjaardag. De film heeft over die 3 decennia nog niets aan kwaliteit ingeboet. Misschien is het jeugdsentiment, maar volgens mij behoren de films tot de allerbeste trilogieën uit de filmgeschiedenis. Met een ‘abc’ van Back to the Future laten we je meegenieten van een heleboel achtergrondinformatie en frissen we weer een pak legendarische filmmomenten op. Wedden dat je na het lezen van dit ‘abc’ één van de drie films terug bekijkt?
A – Academy Award:
Het succes van Back to the Future beperkte zich niet tot de bioscoopkassa’s. Ook bij de absolute hoogmis van Hollywood, de Academy Awards, was de film vertegenwoordigd met liefst 4 Oscarnominaties: Beste Song, Geluid en Scenario. De film won de Oscar voor Beste Geluidseffectenmontage. Ook Back to the Future Part II werd genomineerd voor een Oscar, namelijk voor Beste Visuele Effecten.
B – Back to the Future:
Universal baas Sid Sheinberg had aanvankelijk zijn bedenkingen bij de titel ‘Back to the Future’. Hij dacht dat niemand geïnteresseerd zou zijn in een film met ‘future’ in de titel. Hij stuurde een memo naar regisseur Robert Zemeckis met de vraag om de titel te veranderen in ‘Spaceman From Pluto’. Regisseur Steven Spielberg, producent van Back to the Future, bedankte Sheinberg voor zijn grappige memo waarmee iedereen hard had gelachen. Sheinberg, die zijn gezicht niet wilde verliezen, stemde uiteindelijk in om de titel te behouden.
C – Casting:
Michael J. Fox is altijd de eerste keuze geweest om het personage van Marty McFly te spelen. Toen de opnames voor Back to the Future begonnen was Fox niet beschikbaar omwille van zijn rol in de populaire tv-serie Family Ties. Zemeckis en scenarist/producent Bob Gale kozen dan maar voor Eric Stoltz. Na 4 weken opnames was het voor Zemeckis en Stoltz duidelijk dat hij niet geknipt was voor de rol. Samen met de makers van Family Ties werd dan een draaiboek opgesteld om Fox zowel te laten meespelen in Back to the Future als de tv-serie. Hij mocht wel geen enkele draaiperiode missen voor de serie en moest hierdoor het merendeel van de scènes voor Back to the Future ’s avonds doen.
D – DeLorean:
Nu behoort de auto tot de bekendste voertuigen uit de film- en de automobielgeschiedenis, maar in de jaren ’80 was de productie van de DeLorean allerminst een succes. De makers van Back to the Future kozen voor de auto omwille van de opvallende constructie en vooral voor de zogenaamde ‘wing doors’. De auto moest voor mensen van 1955 overkomen als een buitenaards ruimteschip. Zemeckis en Gale ontvingen na de film een brief van autobouwer John DeLorean: ‘Thank you for keeping my dream alive. Probably half of the people who own DeLoreans today own them because they saw Back to the Future.’ De productie van de auto was 3 jaar voor de release van de film al stopgezet.
E – Roger Ebert:
Filmcriticus Roger Ebert is in onze contreien misschien minder gekend, maar in de Verenigde Staten was hij een zeer belangrijke stem in het maken of kraken van een film. Hij vond Back to the Future een geweldige film en vergeleek de film zelfs met een andere klassieker, Frank Capra’s It’s a Wonderful Life. Ook de andere filmcritici kwamen superlatieven te kort voor Back to the Future. Op Rotten Tomatoes kreeg de film een score van 96%.
F – Flux Capacitator:
De Flux Capacitator is een onderdeel in de DeLorean die het mogelijk maakt om te kunnen tijdreizen. Hoe die Flux Capacitator nu juist werkt, wordt in geen van de drie films uitgelegd. Er zijn wel twee voorwaarden verbonden aan het functioneren van de Flux Capacitator: er is heel veel energie nodig, meerbepaald ‘1.21 Jigowatt’, en de DeLorean moet een snelheid halen van 88 mijl per uur (142 km/u).
G – Crispin Glover:
Alle hoofdrolspelers van Back to the Future gingen akkoord om mee te spelen in de sequels, behalve Crispin Glover die de rol vertolkt van George McFly, de vader van Marty. Hij vond dat zijn salaris beduidend minder was dan andere acteurs. Volgens Crispin kreeg hij minder geld, omdat hij kritiek had geuit op het einde van de eerste film. Glover wilde nu niet alleen meer geld, maar ook een clausule in zijn contract waardoor hij mee kon beslissen over het script. Scenarist/producent Gale weigerde beide voorstellen en herschreef het scenario zodat George McFly een veel kleinere rol kreeg. Bovendien gebruikten ze een andere acteur die met makeup en vooral van achteren gefilmd moest doorgaan voor Glover.
H – Hoverboard:
De meest tot de verbeelding sprekende ‘uitvinding’ van Back to the Future Part II is ontegensprekelijk het ‘hoverboard’. Het ding werd al meermaals aangekondigd, maar het bestaat dus voor alle duidelijkheid nog steeds niet. Hoewel dit filmpje anders doet vermoeden.
I – Improvisatie:
Zoals in elke film ontstaan een heleboel momenten in een film door puur toeval of beter gezegd door perfect improviseren. In de verschillende Back to the Future films zien we regelmatig dat Marty de deur van de DeLorean op zijn hoofd krijgt. Dit stond helemaal niet in het script, maar werd toegevoegd omdat de deur effectief regelmatig dichtviel op het hoofd van de acteur.
J – Jaws 19:
In Back to the Future Part II ontdekt Marty dat er op filmgebied eigenlijk niet veel veranderd is in het jaar 2015. Op het programma staat immers een sequel getiteld Jaws 19. Op de affiche zien we ook dat de film wordt geregisseerd door Max Spielberg. Max is de naam van de zoon van regisseur Steven Spielberg. Of de film dit jaar nog in de bioscoop verschijnt, lijkt zeer onwaarschijnlijk, maar filmstudio Universal bracht onlangs wel een trailer uit.
K – Calvin Klein:
In Back to the Future denkt de moeder van Marty dat hij Calvin Klein heet. Die naam staat immers op het etiket van zijn ondergoed. In de Franse versie van de film is er trouwens geen sprake van Calvin Klein, maar van Pierre Cardin.
L – Huey Lewis:
Wanneer Marty met zijn rockgroepje een auditie doet in Back to the Future, mag hij al vrij snel ophouden met spelen. Een van de juryleden legt hem het zwijgen op met de woorden ‘just too darn loud’. Dit jurylid is Huey Lewis, een muzikant, die samen met zijn groepje Huey Lewis & the News verantwoordelijk is voor de titelsong van de film: ‘The Power of Love’.
M – Marty:
Het hoofdpersonage in de film Back to the Future is Marty McFly. In de eerste film keert hij terug naar het jaar 1955. In dat jaar ging de Oscar voor Beste Film naar … Marty. Zemeckis en Gale beweerden achteraf dat ze hiervan niet op de hoogte waren toen ze het personage de naam Marty gaven. Beide films hebben ook een diner waarvan de eigenaar Lou heet.
N – Naughty:
Liefst 40 keer werd het script herschreven en geweigerd door een filmstudio. Een van die studio’s was Disney, die het idee van een moeder die verliefd wordt op haar eigen zoon niet meteen vond rijmen met hun familievriendelijke imago.
O – Openingsscène:
De openingsscène van Back to the Future is een absoluut pareltje. De scène zit prachtig in elkaar, bevat een pak referenties naar de thema’s van deze trilogie, en trekt meteen je volledige aandacht. Bij iedere visie van deze scène ontdek je bovendien elke keer nieuwe zaken.
P – Puente Hills Mall:
Volgens scenarist Bob Gale zakten op 26 oktober 1985 een groep mensen af naar het shoppingcentrum waar de Twin Pines Mall-scènes werden opgenomen, om te zien of Marty zou toekomen met zijn DeLorean. In de Verenigde Staten verscheen Back to the Future al op 3 juli 1985 in de bioscoopzalen. De Twin Pines Mall bestaat echt, maar is eigenlijk de Puente Hills Mall in City of Industry, California.
Q – Quotes:
De Back to the Future trilogie zit boordevol legendarische quotes. Wij selecteerden de beste en misschien wel de bekendste 3:
‘If my calculations are correct, when this baby hits 88 miles per hour… you’re gonna see some serious sh*t.’
‘Roads? Where we’re going, we don’t need roads.’
‘Hello? Hello? Anybody home? Huh? Think, McFly. Think!’
‘Great Scott!’
R – Rome:
Regisseur Robert Zemeckis en scenarist Bob Gale hebben altijd beweerd dat wat hun betreft het verhaal van Back to the Future helemaal verteld is. Acteur Christopher Lloyd, rol van Doc Brown, had graag nog een vierde Back to the Future gemaakt, die zich zou afspelen in het oude Rome.
S – Alan Silvestri:
De naam van filmcomponist Alan Silvestri zal voor eeuwig verbonden zijn met de film Back to the Future. Zijn ‘main theme’ voor de film hoort in het rijtje van beste soundtracks uit de filmgeschiedenis.
T – To Be Continued:
Toen Back to the Future uitkwam, was er helemaal geen sprake van een sequel. De film heeft dan wel een open einde, regisseur Zemeckis en scenarist Gale hadden geen plannen voor een vervolg. Nadat de beslissing was genomen om een vervolg te maken, werden alle versies van de eerste film op het einde voorzien van een ‘to be continued’ pancarte.
U – Universal Theme Park:
Universal wilde het enorme succes van de films helemaal verzilveren en bouwden in 1991 een attractie, de Back to the Future Ride, rond de film in hun pretparken in Japan en Florida. De attractie bestaat uit een aantal DeLoreans die geplaatst zijn onder een Imax-koepel. De auto’s bewegen mee met wat er op het scherm te zien is. In Florida moest deze attractie ondertussen plaats maken voor de The Simpons Ride.
V – vervolgen:
Na het succes van de eerste film ontstonden er plannen voor een sequel. Aanvankelijk was het de bedoeling om het verhaal van Part II en Part III in één film te steken. Maar daar werd al snel van afgestapt. Uiteindelijk werd in 1989 en 1990 Part II en Part III op 11 maanden tijd gefilmd, met een rustperiode van 3 weken tussen de twee films. Dat het verhaal van Part III zich afspeelt in 1885 was een ideetje van Michael J. Fox. Hij wilde dolgraag eens meespelen in een western.
W – Elijah Wood:
Back to the Future II is de eerste film van Elijah Wood, de ster van de The Lord of the Rings-films. Hij speelt één van de jongens die een videospelletje speelt in de diner in het begin van de film.
X – X-Men: Days of Future Past:
de Back to the Future trilogie is niet enkel zeer populair, de films zijn ook een inspiratiebron voor moderne blockbusters. In de film X-Men: Days of Future Past reist het personage van Hugh Jackman, Wolverine, terug in de tijd om de geschiedenis te veranderen en een gebeurtenis te voorkomen die het einde betekent voor zowel de mensheid als de mutanten. Hmm, die verhaallijn heeft zeer veel weg van de Back to the Future films.
Y – Year:
In de Back to the Future trilogie wordt er serieus wat over en weer ‘getijdreisd’. De laatste jaren is het daarom elk jaar wel een keertje prijs op het internet met de aankondiging dat Marty McFly op deze dag uit het verleden terugkeert. Maar de enige juiste datum waarop Marty echt in de toekomst terechtkomt, is 21 oktober 2015.
Z – Robert Zemeckis:
Regisseur Robert Zemeckis geldt tegenwoordig als één van de meest innoverende filmmakers van zijn generatie. Hij is één van de drijvende krachten achter de zogenaamde ‘motion capture’ filmtechniek met films als ‘The Polar Express’, ‘Beowulf’ en ‘A Christmas Carol’. Hij is ook verantwoordelijk voor de film ‘Who Framed Roger Rabbit’, die live-action beelden combineerde met animatie. In 1995 won hij voor ‘Forrest Gump’ de Oscar voor Beste Regisseur.